Cantor
In de liturgie is de cantor (Lat.= zanger) degene die zingt, zoals de lector degene is die leest.
In vieringen waarin geen koor aanwezig is, vervult de cantor een onmisbare functie.
Echter ook in vieringen waarin een koor functioneert kan de cantor, net als de lector, eigenlijk niet gemist worden.
De liturgische rollen van koor en cantor verrijken de viering ieder met eigen mogelijkheden.
Naast leiding geven aan de volkszang (dirigeren) zingt de cantor de antwoordpsalm, de gezongen Schriftlezing, na de eerste lezing; de Halleluja-acclamatie vóór het evangelie, eventueel de kyrie-litanie, openings- en/of slotverzen, voorbeden, etc.
- Raadplegingen: 10449